Als Nebenstrecke der Eisenbahn von Köln durch die Eifel nach Trier bestand ab 1884 die knapp 18 Kilometer lange Bahnverbindung zwischen den Orten Kall und Hellenthal.
Auch in Schleiden entstand damals ein Bahnhof, an dessen Stelle heute ein Büro- und Geschäftshaus steht. Die Bahn kam jedoch für die einst blühende Eisenindustrie, die bereits Jahrzehnte vorher den Bahnbau gefordert hatte, viel zu spät. Die Unternehmen waren längst abgewandert.
Zunächst lag der Schleidener Bahnhof noch im Außenbereich der Stadt, die sich jedoch im Tal in den ersten Jahrzehnten des 20. Jahrhunderts schnell ausbreitete. In den letzten Monaten des Zweiten Weltkriegs wurden Gleisanlagen und Bahnhof schwer beschädigt. Erst am 8. Juli 1948 begrüßten die Schleidener freudig wieder den ersten Zug, der von Kall her kommend die damalige Kreisstadt erreichte. Jahrelang hatte die Bevölkerung ihre „Flitsch“ – so der volkstümliche Name des Bähnchens – sehr vermisst.
Bis in die 1970er Jahre stellte die Oleftalbahn das Rückgrat des Personen- und Güterverkehrs im Oleftal dar. Mit zunehmender Motorisierung der Bevölkerung litt die Bahn jedoch unter Rentabilitätsproblemen. Seit den 1980er Jahren ruhte der Verkehr. Inzwischen gibt es Bestrebungen, im Oleftal den Schienenverkehr zu reaktivieren. Aktuell wird an Sonn- und Feiertagen ein touristischer Betrieb mit einem Schienenbus gefahren, das Ziel ist jedoch die Wiederaufnahme eines Regelverkehrs.
Station
From 1884 the 18-kilometer railway link between Kall and Hellenthal served as a branch line to the Cologne-Trier route. Offices and businesses now stand on the site of the former station. But the railway came much too late for the once-booming iron industry which had been for decades demanding a railway.
Initially, the station stood on the outskirts of the town, which expanded rapidly in the first decade of the 20th century. The lines and the station were severely damaged in the last few months of the Second World War. On the 8th July 1948 the people of Schleiden were delighted to welcome again the first train from Kall. For years the local population had sorely missed their „Flitsch“ – the popular name for the little railway.
Until the 1970s the „Oleftalbahn“ (Olef Valley Railway) was the backbone of passenger and goods traffic along the valley. The increasing use of motor vehicles made the railway largely unprofitable and from the 1980s rail traffic generally ceased. Since that time there have been attempts to revive rail transport. At present on Sundays and public holidays, a railcar runs as a tourist attraction; however the aim is the reintroduction of a regular service.
Station
Als zijspoor van de spoorlijn van Keulen door de Eifel naar Trier, was er vanaf 1884 de 18 kilometer lange spoorverbinding tussen de plaatsen Kall en Hellenthal. Ook in Schleiden ontstond toen een station op de plaats waar nu een kantoor-en zakenpand staat. De spoorweg kwam echter voor de vroeger zo bloeiende ijzerindustrie, die reeds tientallen jaren eerder om een spoorwegverbinding gevraagd had, veel te laat. De ondernemers waren reeds lang naar andere oorden vertrokken.
In eerste instantie lag het station van Schleiden buiten de stad, die zich echer tijdens de eerste decennia van de twintigste eeuw snel uitbreidde. Tijdens de laatste maanden van de tweede wereldoorlog werden de rails en het stationsgebouw zwaar beschadigd. Pas op 8 juli 1948 konden de inwoners van Schleiden weer de eerste trein begroeten, die vanuit Kall de toenmalige hoofdplaats van de regio bereikte. Vele jaren hadden de inwoners hun „Flitsch” zoals zij hun trein noemden, moeten missen.
Tot ver in de 70er jaren was de „Oleftalbahn“ de voornaamste verbinding voor personen- en goederenverkeer in het dal van de rivier de Olef. De toenemende mobiliteit van de bevolking, o.a. door autogebruik was negatief voor het rendement van de spoorweg en had tot gevolg dat in de 80er jaren de lijn werd opgeheven. Ondertussen zijn er nu weer acties om de spoorweg weer een nieuw leven in te blazen, momenteel rijdt er op zon-en feestdagen een trein voor treinliefhebbers, doelstelling is echter de algehele reactivering van de spoorlijn.
Bahnhof – La gare
Depuis 1884, une ligne annexe de la liaison ferroviaire entre Cologne et Trèves, relie, sur un trajet de 18 km, la commune de Kall à celle de Hellenthal. Par consequent, on a construit à Schleiden une gare, à l’emplacement de laquelle on trouve aujourd’hui un immeuble de bureaux et de commerces. La ligne ferroviaire, cependant, est arrivée trop tard pour l’industrie métallurgique autrefois florissante, qui, depuis des décennies déjà, avait réclamé la construction d’une liaison ferroviaire. Les entreprises étaient déjà parties depuis longtemps.
Au début, la gare était située à l’extérieur de la ville, qui s’étendait pourtant assez vite au cours des premières décennies du 20ième siècle. Durant les derniers mois de la Deuxième Guerre Mondiale, les rails et le hall de la gare ont été gravement endommagés. Le 8 juillet 1948 seulement, les citoyens de Schleiden ont joyeusement salué le retour du train, qui arrivait, en provenance de Kall, à l’ancien chef-lieu de district. Pendant des années, les gens avaient déploré l’absence de leur ‚Flitsch’ –tel était le nom populaire du petit train.
Jusqu’aux années 70, le ‚Train de la Vallée de l’Olef’ assurait le transport de voyageurs et de marchandises. Mais comme la motorisation augmentait, la rentabilité de la ligne diminuait. Depuis les années 1980, la ligne est morte. Actuellement, un comité de défense lutte pour la réactivation des chemins de fer dans la vallée de l’Olef. Toutefois, les dimanches et jours fériés de la saison, un autorail fait la ligne et forme ainsi une attraction touristique supplémentaire. Il reste cependant l’objectif de reprendre le trafic régulier.
